Geschiedenis Kroatië

De oudste bewoners van Kroatië zijn de Illyriërs. De Grieken vestigden zich rond 500 jaar voor Christus op de eilanden voor de Kroatische kust, die in de eeuwen daarna steeds meer invloed kregen in de kuststreek. Rond 250 jaar voor Christus werden zowel de Illyriërs als de Grieken door de Romeinen verslagen en werd Kroatië een onderdeel van het Romeinse Rijk. De Hunnen versloegen in het begin van de 5e eeuw de Hunnen de Romeinen.

In 799 wordt Karel de Grote de nieuwe heerser. Tijdens de regering van Koning Tomislav wordt Kroatië in 925 onafhankelijk. Hongarije en Kroatië verenigden zich in 1102. In de 16e eeuw veroverden de Ottomanen (Turken) grote delen van Kroatië en bleef de kuststreek in handen van Venetië. In het jaar 1699 werd Kroatië bezet door Oostenrijk en in 1779 werd het een onderdeel van Hongarije. Nadat Napoleon korte tijd Kroatië had bezet en deze in 1815 verslagen was ging het weer een deel uitmaken van Hongarije.

Na de Eerste Wereldoorlog werd Kroatië in 1918 een onderdeel van het koninkrijk Joegoslavië. Hier kwam in 1941 een einde aan toen de Duitsers en Italianen het land binnenvielen. Na de Tweede Wereldoorlog werd Kroatië in 1945 een deel van de Volksrepubliek Joegoslavië. In 1990 zijn in Kroatië de eerste vrije verkiezingen. Na gevechten met Servië kon het op 15 januari 1992 lid worden van de Verenigde Naties. Echter de oorlogshandelingen met de omliggende landen gingen door tot 1995. Sinds het verdrag van Dayton, dat in december 1995 werd afgesloten, is de verstandhouding genormaliseerd. Kroatië is met succes bezig om van het land een moderne staat te maken waar het goed leven en wonen is.